Stand van zaken

Het college snapt de achterliggende gedachte van de motie, namelijk het (onder)steunen van activiteiten in de samenleving die bijdragen aan het in stand houden en versterken van het verenigingsleven. En het college meent, dat de mogelijkheden voor verenigingen en stichtingen niet (substantieel) worden vergroot als zij worden vrijgesteld van leges voor omgevingsvergunningen. Met andere woorden: het heffen van leges zet geen rem op de ontwikkelingen en continuïteit van verenigingen en stichtingen. Bovendien meent het college, dat er al voldoende wordt voorzien in het creëren van ruimte voor het (onder)steunen van activiteiten: er zijn stimuleringsmaatregelen, subsidiemogelijkheden, de openheid ten opzichte van initiatieven en maatregelen naar aanleiding van de
Coronapandemie. Bovendien is het een complex vraagstuk qua afbakening en definiëring. Het college is van mening, dat het onderzoeken van een passende vorm om een vrijstelling in een verordening te vatten relatief veel inzet van de organisatie vraagt. Het college wil in de geest van de motie vooral inzetten op het meedenken en -wegen van de context en doelstellingen van de initiatiefnemers. Wijziging 6 februari 2022: afgedaan